Heupklachten
De heup is een onmisbare schakel in de verbinding tussen het bovenlichaam en het onderlichaam. Klachten hieraan komen veel voor. Op enig moment heeft 11% van de bevolking tussen de 45 en 64 jaar heuppijn, boven de 65 jaar is dit 16%. Deze klachten kunnen variëren van spier- of peesblessures, gewrichtspijn (kapselbeperkingen / (beginnende) artrose), slijmbeursirritatie tot een projectiepijn uit de buik- of rugregio.
Hoe ziet het heupgewricht eruit?
Het gewricht bestaat uit een kop en een kom. Eromheen zitten stevige banden en kapsels om het gewricht te stabiliseren. Om nog meer stabiliteit te krijgen zit er nog een kraakbeenrand omheen. Zowel de kop als de kom is bedekt met een laag kraakbeen om het gewricht goed te kunnen bewegen. Rondom de heup zit een stevig spiercorset om alle krachten op te vangen waaraan de heup wordt blootgesteld. Dit loopt soms wel op tot vier- tot zesmaal het lichaamsgewicht.
Acute heupklachten
Heupklachten zijn te onderscheiden in acute heupklachten en chronische heupklachten. Bij een plotselinge val kan er een breuk ontstaat in de heup, een heupoperatie zal dan het gevolg zijn. De slijmbeurs bevindt zich aan de buitenkant van de heup en kan bij een val ontstoken raken en pijn geven. Andere vormen van acute klachten zijn spierscheuren in een bilspier, spier in de lies of de heupheffer.
Chronische heupklachten
Chronische heupklachten bestaan langer dan 3 maanden. Artrose is hierbij de meest voorkomende oorzaak. Het kraakbeen neemt af naarmate we ouder worden, ook wordt dit kraakbeen minder ‘hard’ door een afnemende belasting. Vaak gaat artrose gepaard met afname van de beweeglijkheid, afname van kracht en afname van de kwaliteit van het looppatroon.
Een andere vorm van chronische heupklachten is de liesblessure. Omdat de spieren in de lies slecht doorbloed is herstelt deze klacht vaak langzaam. Vaak voeten de spieren niet goed genoeg hun stabiliserende functie uit, waardoor er een overbelasting ontstaat.
De heupoperatie
De heupoperatie wordt steeds vaker uitgevoerd. Verwacht wordt dat er in 2030 meer dan 30.000 heupoperaties uitgevoerd gaan worden. Door middel van het doorhalen van spieren en kapsel worden de heupkop en kom vervangen, een revalidatie van 4-9 maanden zal hierna volgen.
Wat doen we eraan?
Doelen bij de behandeling van heupklachten zijn vaak het verminderen van pijn, het verbeteren van de soepelheid , het verbeteren van kracht / stabiliteit en het verbeteren van het looppatroon.
In de intake wordt door middel van een vraaggesprek uitgevraagd wat voor problemen en pijnklachten er zijn, waardoor het diagnostisch proces richting krijgt en een conclusie over de klacht kan worden getrokken. Eventueel kan een spierkrachttest gedaan worden om te kijken of er sprake is van krachtsverlies of dysbalans tussen twee spiergroepen.
Bij artrose wordt meestal begonnen met lokale behandeling met mobilisaties van het gewrichtskapsel (en/of manipulaties door de manueeltherapeut). Uit literatuur blijkt dat er vaak krachtsverlies is in de bilspieren en er wordt regelmatig gezien dat het looppatroon veranderd (de pinguin-loop), hier zal dan ook de aandacht op worden gevestigd met specifieke oefeningen. Hetzelfde geldt na een totale heupvervanging.
Bij een acute heupblessure zullen ondersteunende oefeningen worden gegeven aan het natuurlijke beloop van het lichaam zelf. Eventueel kan met fricties of dry needling lokaal worden behandeld om de circulatie te bevorderen.
Bij chronische liesklachten is een specifieke behandeling op peesweefsel nodig. Dit zijn gerichte oefeningen om de aangedane spier te versterken. Daarnaast richten we ons op de actieve stabiliteit, aangezien deze veelal ten grondslag ligt aan het peesprobleem. Deze oefeningen worden aangepast naar het dagelijks leven en/of de sport van de persoon in kwestie.
Heeft u heupklachten of heeft u aanvullende vragen? Neem contact met ons op!